Cocreatieladder

Brengt organisatie en omgeving samen tot cocreatie
Meer weten?

Cocreatieladder – Participatie en opt-in leggen de basis

De cocreatieladder is een doorontwikkeling van de participatieladder die veel gebruikt wordt door met name overheden, zorgorganisaties en overheden om hun ambities op dit gebied kenbaar te maken. In cocreatieladder leiden participatie en opt-in samen tot cocreatie.

De participatieladder

De treden in deze ladder staan prima beschreven op wikipedia:

Niveau Participatievorm
Burgermacht
8 Samenwerking met burgers als opdrachtgever
7 Samenwerking met burgers als grootste belanghebbende
6 Samenwerking met burgers als erkend medebelanghebbende
Nepparticipatie
5 Inspraak voor/door burgers
4 Consultatie van burgers
3 Informatie aan burgers
Non-participatie
2 Opvoeding van burgers
1 Manipulatie van (onderkende) belangen burgers

We zien dat er gesproken wordt over 8 niveaus waarin weer 3 plateau’s te vinden zijn: non-participatie, nepparticipatie en burgermacht. Daarmee lijkt de participatieladder af. De burger aan de macht. Hoe mooi is dat?

De praktijk leert echter dat het toch iets anders zit. De participatieladder gaat over de mate waarin de participatiegever bereid is participatie toe te laten. 

De opt-in ladder

Dat zegt echter weinig tot niets over de mate waarin de participanten (lees klanten, inwoners, enzovoort) bereid zijn om te participeren. Die kant noemen we bij 4vitae de opt-in ladder. Die gaat over de vraag welke redenen mensen hebben om wel of niet te participeren. Gekscherend zeggen we wel eens:

Het gaat niet meer over in hoeverre organisaties willen dat mensen participeren in oganisatie-processen. Het gaat om in hoeverre organisaties mogen participeren in de gebruiker- of inwoner-processen.

Deze omdraaiing is essentieel. De participant is zich namelijk vaak zeer bewust van de machtsverschillen met overheden of bedrijven. Het is daarom verstandig om je niet teveel in de kaart te laten kijken. Niet participeren is dan best veilig. En tenzij aanwezig zijn of (digitaal) reageren wordt verwacht is dat ook een prima strategie.

De opt-in kant van de cocreatieladder heeft daar dan ook specifieke aandacht voor. Voordat we de opt-in treden bespreken die de basis voor het bovenste cocreatiedeel, eerst maar even de hele cocreatieladder.

De cocreatieladder bestaat uit een participatiezijde en een opt-in zijde. Waar die elkaar ontmoeten kan cocreatie plaats gaa vinden.

Opt-in treden

Opt-in gaat over het besluiten mee te doen: participeren. Een paar voorbeelden:

  • Je krijgt een uitnodiging voor een inspraakavond van de gemeente. Ga je?
  • Je mag je idee voor de herinrichting van de straat opsturen. Doe je dat?
  • Je suggestie wordt overnomen door het bedrijf waar jij fietsen inkoopt. Mag jij je idee nu nog zelf gebruiken?

Net als bij de participatieladder zijn de laagste treden een aantal nep opt-in niveaus:

  • Corruptie gaat over het meedoen om informatie te verzamelen en die later als drukmiddel te gebruiken.
  • Winstbejag gaat over meedoen met als oogmerk om informatie te verzamelen over andere participanten of de participatievrager.
  • Infiltratie gaat over meedoen om contacten te leggen en zo binnen de muren van de participatievrager komen.

Tja, dat zijn zaken waar je als goedwillende organisatie mogelijk niet snel bij stil staat, maar anderzijds staan participanten ook niet snel stil bij de mogelijkheid dat de participatie is opgezet om zaken af te kopen (zo, die inspraakronde hebben we weer gehad), als decoratie (kijk eens, wij doen aan participatie) of als manipulatie (expresse foute of halve informatie geven).

Maar goed, stel dat de intenties zuiver zijn, men echt open wil staan en complete en eerlijke informatie geeft, dan begint de echte opt-in uitdaging:

  • Wil ik wel bijdragen? – Dit gaat eerst over mensen die niet durven komen (bang, te donker op straat, geen tijd) en vervolgens over mensen die wel komen opdagen maar niets zeggen. Ze luisteren alleen maar, ze dragen niets bij. Overigens kan dat ook liggen aan het ontwerp van participatie. Met 150 mensen 2 uur in een zaaltje waarvan een kwartier koffie, een verhaal van de wethouder van een half uur een kwartier pauze en dan  nog eens drie kwartier uitleg van de technische expert laat 15 minuten tijd over voor vragen. Twijfelaars houden dan zeker hun mond. Goedwillende haken af en komen een volgende keer niet meer.
  • Raak ik mijn idee kwijt? – Als je al besluit om je idee te delen blijft altijd de vraag wat je daarvan terug ziet. Teveel open innovatie acties van bedrijven gebruikten wel ideeën van hun klanten, maar lieten ze vervolgens daar dik voor betalen. En stel jij brengt een idee in wat de overheid tonnen scheelt. Wat zie jij daarvan terug? Kun je dan als MKB-er niet beter wachten tot de aanbesteding loopt? De oplossing voor dit probleem is (a) hier vooraf helder over zijn en (b) ook boter bij de vis leveren door alle ideehouders te betrekken bij de uitvoering ervan.
  • Wordt mijn advies tegen mij gebruikt? – Als je idee of bijdrage veilig is – lees je durft en wil delen – is er nog een potentieel probleem. Kent u het? De uitspraak “goede suggestie, we nemen hem mee”. Vervolgens wordt het idee zo afgezwakt, verandert of misplaatst gebruikt dat je bedrogen uitkomt. Het kan zelfs voorkomen dat jouw bijdrage wordt gebruikt om gaten te dichten in het originele plan. Weg regelruimte. Weg mogelijkheden. Volgende keer maar je mond houden ….
  • Wie betaald mijn uren – Het klinkt zo mooi een participatiemaatschappij. Maar waarom zou ik mijn professionele kennis gratis delen met de overheid als alle andere betrokkenen betaald krijgen voor hun aanwezigheid of inzet?
  • Eigenaarschap oplossing – Stel nu dat aan de participatiekant er echt de intentie tot co-productie is. Men wil echt samen iets ontwikkelen. Er komt zelfs een werkgroep die enige vergoeding voor uren krijgt. Van wie is dan het eindresultaat? Het zal niet de eerste keer zijn dat in de leveringsvoorwaarden staat dat alle IP die voor de oplossing wordt gebruikt overgaat op de opdrachtgever. Tja, daar begint dus niemand aan. En ook niet als  de complete uitvoering bij de opdrachtgever ligt. Heb je net een mooi dienstconcept gedeeld, gaat een goedkopere concurrent (of de sportvereniging) er bij de aanbesteding er met de opdracht vandoor.
  • Verantwoordelijkheid – En ook als dat allemaal goed gaat komt de volgende barrière: samen beslissen is nog niet hetzelfde als samen kunnen realiseren. Grote bedrijven en overheden hebben vaak wel de veerkracht om met tegenvallers te kunnen omgaan. Maar de opt-in kant vaak niet. Dat kleine buurthuis wil best, maar de risico’s van het aannemen van extra personeel zal echt bij de grote partij moet liggen. Net als de garantierisico’s van dat Open Innovatie product. Het moet fair.

De samensmelting tot cocreatie

OK, stel nu dat de participatie-ambitie bij de vragende organisatie echt gaat over andere mee te laten beslissen en aan de participantenkant heeft men vertrouwen dat eigenaarschap en verantwoordheden op orde zijn, dan, en pas dan kan cocreatie gaan ontstaan. Ook hierin zijn weer een aantal niveaus:

  • Co-agenderen – iedereen weet dat de secretaris (en niet de voorzitter) de machtigste rol is in een vergadering. Wie de agenda bepaald bepaalt voor een groot deel het resultaat. Het is daarom een goede eerste stap om samen de agenda op te stellen. Dit is in feite een onderhandelingsproces waarin beide kanten elkaar ruimte gunnen om zaken op te voeren. Het is een van de beste manieren om te zorgen dan het begrip “kant” grotendeels verdwijnt. Het wordt “onze” agenda.
  • Co-beslissen – De stap van meebeslissen naar co-beslissen lijkt klein maar is gigantisch. Het gaat van “toelaten tot” naar “voor gezamenlijk belang”. Dit is ook altijd het niveau waarop belangenverstrengeling moet overgaan van “ongewenst” naar “constructief”. Die laatste vorm is namelijk essentieel voor het slagen van cocreatie. Als de inwoners of burgers of klanten of (MKB) bedrijven geen belang mogen hebben zal nooit cocreatie tot stand komen.
  • Co-besturen – Als je samen iets creëert is het ook logisch dat er samen bestuurd gaat worden. Zowel commerciële bedrijven als overheden vinden dat heel lastig. Wij lopen toch het ondernemersrisico? Dan besturen wij ook. Of … Wij zijn het publiek besturen, dus wij besturen. Helaas, als je echt tot cocreatie wil komen dan is ook het besturen iets wat je samen doet. Natuurlijk kan een ieder daarin een eigen focus of rol hebben, maar er moet sprake zijn van gelijkheid. Opdrachtgever-opdrachtnemer relaties zijn de dood in de pot. Baas-medewerker verhoudingen ook. Co = co.
  • Co-evolueren – Niets is stabiel. Panta rei. Als je samen gaat agenderen, beslissen en besturen ga je elkaar ook beïnvloeden. Ga je beiden veranderen. En dat moet zodanig dat de verhoudingen en relaties bestendig zijn. Biologen noemen dat co-evolueren. Beiden passen zich langzaam maar zeker aan. Aan elkaar. En aan een veranderende omgeving. Dat is de ultieme cocreatie situatie.

Doorontwikkeling

Net als alle eigen gereedschappen van 4vitae is de cocreatieladder altijd in ontwikkeling. Suggestie zijn uiteraard welkom. Kritiek ook.

Recent was er een vraag over de opt-in kant van inclusie. Dus wat is er nodig om mensen te laten besluiten te participeren in de samenleving. Die vraag gaat mee in de volgende iteratie.