StoryMethods

Werkwijzen voor het delen, verzamelen en werken met narratieven en warme data
Proberen?Meer weten?

Voor ieder situatie een passende werkwijze

StoryMethods is de verzamelnaam voor een breed scala aan gefaciliteerde werkwijzen voor het delen, verzamelen en werken met narratieve en warme data. Sommige zijn eenvoudig en snel eigen te maken en dus geschikt om in het kader van een traject aan te leren aan medewerkers, inwoners, (ex)-patiënten, leden, enzovoort. Andere vergen een steile leercurve en veel oefening.

Het faciliteren van StoryMethods wordt in principe altijd door minimaal twee medewerkers of partners van 4vitae gedaan. Voor het overige is het credo “probeer het eerst thuis voor je ermee in het echt aan de slag gaat”. De referenties geven een aantal van de bronnen waarin de meeste StoryMethods worden beschreven. Enkele, zoals StoryCampaign, StoryListeningStand en StorySwarms, zijn door 4vitae zelf ontwikkeld.

Methoden voor het delen van narratieven

StoryCampaign

Een StoryCampaign is een online campagne voor het onder de aandacht brengen van een traject. De campagne kan beperkt blijven tot het delen van narratieven via een StoryPoint, maar ook zich uitstrekken tot het betrekken van mensen bij acties of transformaties. Een StoryCampaign kan dus alle VIBE fasen omvatten.

StoryCircle

Een StoryCircle – ook wel Anecdote Circle genoemd – is een zo licht mogelijk gefaciliteerde werkwijze voor het delen van ervaringen door groepen van maximaal 12 deelnemers. Bij grotere groepen worden er deelgroepen gemaakt van minimaal 5, maar liever 7 deelnemers.

De facilitator start het vertellen door het introduceren van een zogenaamde uitlokkingsvraag. Dat is een vraag waarop het antwoord een verhaal is. Een paar voorbeelden:

  • Vertel eens over wat je het meest is opgevallen in de tijd dat je hier nu werkt.
  • Wat zou je vertellen tegen iemand die in jouw buurt wil komen wonen om hem of haar daartoe te bewegen of juist te waarschuwen.
  • Stel de directeur van het ziekenhuis staat bij de uitgang als je naar huis gaat. Waarover vertel je om duidelijk te maken dat dit een  goed ziekenhuis is. Of dat er iets nog veel beter of echt anders moet.
  • Wat, of welk moment of gebeurtenis heeft je het meest verrast tijdens je laatste vakantie.

Na het neerleggen van deze uitlokkingsvraag zou het vertellen op gang moeten komen. Als een verteller klaar is, mag de volgende. Op die manier kan een proces ontstaan waarin de groep zaken gaat verkennen die niet vooraf zijn bedacht, maar die wel kennis en ervaring blootleggen die nuttig is en/of waarvan de deelnemers zelf vooraf ook dachten – of zelfs zich hadden voorgenomen om – daarover niet te vertellen.

Er zijn vele opties en interventies om het StoryCycle proces te faciliteren. Deze vergen ervaring, creativiteit en durf.

StoryGames

StoryGames is het toepassen van spelmethoden voor het doen delen van narratieven. Er zijn heel eenvoudige vormen zoals bijvoorbeeld het gebruik van StoryCubes, meer geavanceerde vormen als bijvoorbeeld Narratopia, en maatwerkvormen waarin voor een traject, klant of toepassing een spelvorm wordt ontwikkeld. Bijvoorbeeld een set vraagkaarten over dementiezorg om te gebruiken voor het Narratopia spel.

StoryGleaning

StoryGleaning is het verzamelen van narratieven uit archieven of van het internet. Veel archieven bevatten rapporten of andere stukken waarin echte gebeurtenissen worden beschreven. Ook in blogs komen dat soort narratieven regelmatig voor. Gleaning is het proces van verzamelen van dit soort narratieven én het opschonen ervan door minimaal twee neutrale medewerkers of vrijwilligers.

StoryGroup

Een StoryGroup is werkvorm waarin een gespreksleider het delen van narratieven begeleid over een vooraf afgesproken thema en doelstellling. De gespreksleider zorgt dat deze doelstelling gehaald wordt. Doelen kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Zoveel mogelijk narratieven.
  • Iedereen moet aan het woord zijn geweest.
  • Zoveel mogelijk perspectieven, dus ook narratieven die “van horen zeggen zijn” zijn welkom.
  • Het moet gezellig blijven (lees: een fijne ervaring voor de deelnemers).

StoryInterview

Een interviewvorm gericht op het laten delen van ervaringen. Waar bij een klassiek interview de interviewer probeert om zaken te weten te komen is een StoryInterview gericht op het laten vertellen over gebeurtenissen, observaties, ervaringen van de gesprekspartner.

StoryJournalling

Een StoryJournal is een StoryPoint voor individuele vertellers. Het is een soort dagboek of vertelplek waar bijvoorbeeld patiënten kunnen vertellen over hun behandeling of verloop van hun ziekte of herstel. Een StoryJournal wordt krachtiger als ook behandelaren, coaches, familieleden en/of collega’s of vrienden vertellen. Op die manier ontstaat een 360 graden beeld dat zeer nuttig is voor bijvoorbeeld behandel-, coaching-, intervisie- en verantwoordingsprocessen.

StoryLandscape

StoryLandscape is vergelijkbaar met StoryTimelines met het verschil dat de gedeelde narratieven (vaak in de vorm van op PostIt geschreven titels) door de deelnemers worden geplaast in een Landschap bestaande uit een X en een Y-as die een afweging vragen van de vertellers. Een heel eenvoudig voorbeeld:

  • Vraag boven het landschap: In dit narratief is sprake van:
  • X-as: overmatige besparingen die op de lange termijn schade toebrengen aan de organisatie <—> veel te hoge uitgaven die het voortbestaan van de organisatie onmiddellijk bedreigen.
  • Y-as: het management zit er veel te veel bovenop <–> het management heeft hier totaal geen enkele weet van.

StoryListeningStand

De StoryStand is een manier om op beurzen, symposia en andere plekken waar mensen zijn wiens kennis, ervaring en ideeën kunnen bijdragen aan het vinden en verbeteren van producten en diensten.

Deze standvorm wijkt over het algemeen sterk af van de overige exposanten:

  • Er wordt niets aangeprezen, maar bezoekers (vertellers) moeten zelf nieuwsgierig genoeg zijn om de stand te betreden.
  • Er worden geen mensen gelokt met gelikte presentaties en/of mooie mensen, maar de standbemanning bestaat idealiter uit mensen uit de praktijk van de klant.
  • Er wordt niets  gedemonstreerd, maar bezoekers wordt gevraagd om zelf producten te testen of over hun ervaringen met de diensten van de klant te vertellen.
  • Er wordt geen uitleg gegeven (pas achteraf) voordat de bezoeker vertelt heeft over de ervaring met het (prototype) product, daar kritiek op heeft gegeven of ideeën voor heeft aangedragen.
  • Bezoekers wordt wel bijvoorbeeld gevraagd wat zij zouden veranderen (of juist niet) om het product of de dienst succesvol(ler) te maken. Dat kan gaan over eigenschappen, verpakking, prijs, marketing, enzovoort. Alle kennis is welkom.
  • De standbemanning heeft de taak om de kennis, feedback, ideeën enzovoort te “vangen”. Vaak worden gesprekken opgenomen en/of wordt gebruik gemaakt van een StoryForm.

De StoryStand is in feite een klein stukje Research en Development in het veld. De StoryStand is onder andere gebruikt voor het Volsmaakt traject.

StoryObservation

StoryObservation is een participatieve vorm van “meelopen” door een observator. Door mee te lopen in een organisatie of letterlijk in een hoek te gaan zitten spelen gebeurtenissen zich voor het oog van deoObservator af. StoryObservation is daarmee een vorm van antropologisch onderzoek met dat verschil dat de de observator geacht wordt niet te interpreteren en in te vullen. Daarom is het raadzaam om altijd minimaal 2 observatoren in te zetten.

StoryPeers

StoryPeers is een werkwijze voor groepen deelnemers waarin de deelnemers zelf in kleine en naar keuze wisselende kleine groepjes narratieven delen. Afwisselend is de ene en dan weer de andere deelnemer daarbij de verteller of luisteraar. Op gezette tijden wordt het vertelproces onderbroken voor het vastleggen van de narratieven. De keuzes die daarin gemaakt worden hangen af van de eigenschappen van de deelnemers. Bijvoorbeeld als het gaat om:

  • Status in de omgeving, maatschappij of organisatie.
  • Geletterdheid van de deelnemers.
  • Conditie.
  • Beschikbare tijd.

StoryPoint

Een StoryPoint – of vertelkamer – is een website voor het uitlokken, delen en duiden van narratieven. Het ontwerpen en ontwikkelen van een StoryPoint is een arbeidsintensief en iteratief proces waarin in ieder geval de StoryElements werkwijze een onderdeel van is. Een StoryPoint bestaat in ieder geval uit vijf en soms zes componenten.

  • Een welkom of toeleiding. Dat kan een welkomspagina zijn of een email of flyer of poster die mensen uitnodigt om hun ervaringen of perspectieven of observaties te delen.
  • Een of meerdere uitlokkingsvragen.
  • Een deel of plek om narratieven te delen. Dat kan in de vorm van geschreven tekst, gesproken tekst, een foto, video of tekening.
  • Duidingsvragen over het narratief, de verteller en de context.
  • (optioneel) Vragen over harde en/of koude data. Bijvoorbeeld leeftijd of woonplaats.
  • Een afsluiting om mensen uit te nodigen nog een narratief te delen en/of te vertellen wat er met hun narratieven gaat gebeuren. Dit laatste kan vele vormen hebben. Van vertellen wie er mee aan de slag gaat tot mensen uitnodigen voor werkbijeenkomsten om zelf met de collectieve narratieven en data te werken tot het vragen om contactgegevens en/of het noemen van de tijd en plaats waar de bevindingen zullen worden gepubliceerd.

Een StoryPoint is een van de moeilijkste en duurste instrumenten om te ontwikkelen, maar tevens ook een van de meest betaalbaarste vormen voor het breed en continu mogelijk maken van het delen van narratieve en warme data op grotere schaal. 4vitae beschikt over een aantal standaard en/of configureerbare StoryPoints voor onder andere:

  • Evaluatie van de jeugdwet, Wmo (sociaal domein).
  • Klant/medewerkerbelevingsonderzoek.
  • Marketingonderzoek voor producten en productintroducties.
  • Medicijngebruik en de effecten daarvan.
  • Mensenrechten en inclusie.
  • Facilitair beheer.
  • Winkeldiefstal.
  • Ziekenhuiszorg.

StoryTelling

StoryTelling is een presentatietechniek waarbij iemand een vooraf bedacht verhaal (vaak ondersteund met sheets of ander materiaal) vertelt aan een publiek met als oogmerk een boodschap te dragen, draagvlak voor een idee te ontwikkelen of een voorstel te doen. Er zijn honderden boeken, websites en cursussen voor het aanleren van StoryTelling, maar er zijn ook mensen die dit van nature goed kunnen.

StoryTelling wordt vaak verward met de normale manier waarop mensen ervaringen delen met elkaar. Daarbij vertellen ze elkaar vooral anekdotes, korte ruwe narratieven die sterk afwijken van de gepolijste presentaties tijdens StoryTelling.

StoryTelling wordt door 4vitae ingezet in de beïnvloedingsfase van VIBE. Naast het overdragen van boodschappen, ontwikkelen van draagvlak en het doen van voorstellen, is StoryTelling ook de beste manier om waarden te introduceren c.q. te beïnvloeden.

StoryRetelling

StoryRetelling is een werkwijze voor het kiezen van en/of communiceerbaar maken van inzichten of boodschappen die ontstaan zijn door het groepsgewijs werken met narratieven en/of warme data. De facilitator helpt de groep eerst om een aantal narratieven te selecteren die elementen bevatten waarvan de groep zegt dat die moeten worden doorverteld (re-telling). Vervolgens helpt de facilitator door de groep (of meerdere subgroepen) om per (sub)groep een samengesteld narratief te ontwikkelen dat geschikt is om de inzichten via Storytelling te communiceren naar anderen: collega’s, burgers, patiënten, klanten, opdrachtgevers, bestuurders, enzovoort.

StorySwarms

StorySwarms – ook wel StorySafari genoemd – is een combinatie van:

  • Een (korte) training.
  • Het verzamelen van narratieven (en/of duidingen) door de groep (de Swarm) die uitzwermt door de organisatie, wijk of telefonisch.
  • (optioneel) Groepsgewijs betekenis geven aan de verzamelde collectieve narratieven.

Een StorySwarm kan kort duren, bijvoorbeeld een dagdeel of een aantal dagen of weken. Een paar voorbeelden:

  • Een groep medewerkers of vrijwilligers volgen een instructie waarna ze twee uur op pad gaan in de organisatie of de wijk en daar hele korte StoryInterviews doen. Na die twee uur keren te terug met de narratieven (idealiter opgenomen of opgeschreven op een StoryForm). Optioneel kan de groep daarna aan de slag met de verhalen – bijvoorbeeld met een StoryElements werkwijze – om betekenissen te vinden in de collectieve set verzamelde narratieven.
  • Een groep cursisten krijgt een training StoryGroups en gaat gedurende een aantal weken op die manier narratieven verzamelen in bijvoorbeeld de eigen organisatie of klantorganisaties of de stad of … Na enkele weken (of periodiek om de paar weken) komen ze bij elkaar om samen de gehele set narratieven te evalueren.

StoryTimeline

StoryTimelines is een verzamelnaam voor een aantal werkwijzen waarin mensen individueel maar vaker in groepen een tijdlijn construeren door narratieven te vertellen. Eén van de meest krachtige vormen is de “toekomst-achterstevoren” vorm waarin de groep vertelt vanuit het Heden naar het Verleden. En vanuit zeer onwaarschijnlijke “Hemelse” en een zeer ongewenste “Hel” situaties naar het Heden.

Methoden voor het duiden van narratieven en warme data

StoryElements

StoryElements is een werkwijze om een groep deelnemers te faciliteren om emergente eigenschappen te laten ontstaan uit een set narratieven. Dat kunnen hun eigen narratieven zijn, maar ook ook het werken met narratieven van anderen is mogelijk.

Het laten ontstaan  van deze emergente eigenschappen – StoryElements genoemd – is een iteratief proces met minstens vijf stappen aan de hand van een aspectvraag (zie onder).

  1. Ze werken met de narratieven (of clusternamen) om StoryItems voor een aspect te vinden
  2. Ze clusteren de StoryItems op basis van samenhang
  3. Ze geven de StoryItems een naam: StoryClusters
  4. Ze benoemen positieve en negatieve aspecten van de StoryClusters waardoor weer StoryItems items
  5. Ze clusteren de StoryItems op basis van samenhang, geven de clusters een naam en beschrijven deze kort.

Dat namen en beschrijvingen vormen samen samen de StoryElements. Een getrainde facilitator kan nagaan of de StoryElements echt emergente eigenschappen zijn of dat er sprake is van stereotypen. In dat geval worden de stappen 3 t/m 5 herhaald totdat dit het geval is.

De kwaliteit en compleetheid van StoryElements van een organisaties of sector of markt of omgeving kan worden vergroot door meerdere groepen StoryElements te laten maken aan de hand van meerdere aspectvragen.

Aspectvragen

Welke type StoryElements emergeert hangt af van de aspectvraag die de facilitator aan de deelnemers stelt. Onderstaande tabel bevat er negen. Voor ieder aspect staan er twee mogelijke vragen omdat soms de eerste optie niet werkt bij een groep. In dat geval wordt de tweede ingezet.

StoryElementsTable

 

PatternExploration

PatternExploration is een back-office proces om signalen, trends en patronen te vinden, evalueren, analyseren en exploreren in warme, koude en narratieve data. Het doel hiervan is het op neutrale wijze ontsluiten van de vaak grote hoeveelheid data zodat de klantorganisatie of belanghebbenden sneller inzicht kunnen opbouwen in de voor hen belangrijke betekenissen.

Het proces bestaat uit acht stappen:

Patroonevaluatie

GroupSensemaking

GroupSensemaking is een werkwijze om een groep deelnemers in een – bij voorkeur fysieke bijeenkomst – te faciliteren betekenis te geven aan signalen, patronen en trends in warme, koude en narratieve data. De signalen, patronen en trends zijn in de voorbereiding van de bijeenkomst op neutrale en tegelijkertijd ook uitdagende wijze verwoord in documenten en materialen die als input voor de bijeenkomst dienen.

Het proces tijdens de bijeenkomst – vaak een dagdeel lang – verloopt in vier fasen:

  1. Samenbrengen – Deelnemers maken kennis maken met elkaar, het traject en de materialen en documenten.
  2. Grasduinen – Deelnemers verkennen de signalen, patronen en trends en selecteren daarin voor hen opvallende zaken die ze nader willen onderzoeken.
  3. Convergeren – Deelnemers verkennen deze geselecteerde zaken, komen tot nieuwe inzichten en ontdekken zo welke betekenissen er voor hen zijn.
  4. Beïnvloeden – Deelnemers ontwikkelen samen een set samenhangende beslissingen over wat men wel of niet gaat doen.

Een visueel overzicht van deze vier fasen:

Sensemaking 4 fasen

We zien dat in de samenbrengen fase mensen, traject en input dichter bij elkaar komen. Tijdens het grasduinen draaien mensen om elkaar om de inhoud en om het traject heen. Tijdens convergeren komen zaken samen al kan dat ook betekenen dat contracten of verschillen van inzicht in beeld komen. Tijdens de beïnvloeden fase worden zowel de nieuwe inzichten als eventuele verschillen samengebracht tot een coherentie set acties die gezamelijk bijdragen aan het verminderen van onzekerheden bij het streven naar de uitdaging.

Referenties

Achtergrondinformatie over StoryMethods is te vinden in:

  1. Kurtz, C. 2014. Working with Stories in Your Community or Organization: Participatory Narrative Inquiry. Third Edition. New York: Kurtz-Fernhout Publishing.
  2. Kurtz, C. Confluence Sensemaking Framework.
  3. Weick, Karl E. 1995 Sensemaking in Organisations en het beter leesbare Managing the Unexpected: Resilient Performance in an Age of Uncertainty samen met Sutcliffe, Kathleen M. 2007.
  4. Joanna Macy and Molly Young Brown, Coming Back to Life: The Updated Guide to the Work That Reconnects. November 1, 2014.
  5. The wiki at Cynefin.io.
  6. The Ultimate Guide to Anecdote Circles. is ontwikkeld door anecdote.com, een leidende aanbieder van StoryTelling for Business uit Australië.